.png)
De Aglaonema, afkomstig uit de tropische gebieden van Indonesië en omliggende regio's, behoort tot de familie Araceae, ook wel bekend als de Aronskelkfamilie. Er zijn ongeveer 55 verschillende soorten Aglaonema's, waarvan slechts een aantal bekend zijn als kamerplanten. Deze planten hebben een uniek blad met prachtige patronen, vaak met gestreepte of gevlekte tekeningen. De meeste Aglaonema-soorten hebben groen blad met grijze of witte patronen, maar er zijn ook varianten met rood-paarse kleuren op het blad en de stengels. Door het blad dat vrijwel direct uit de grond groeit, hebben Aglaonema's geen uitgesproken stam en blijven ze over het algemeen laag. De planten zullen zelden groter worden dan 90 cm. Dankzij hun gemakkelijke onderhoud zijn ze ideaal als kantoorplant.
Water
Aglaonema's stellen geen hoge eisen aan water geven. Deze kamerplanten kunnen goed omgaan met variaties in water, zolang de wortels niet constant in het water staan. Bij twijfel is het dus beter om even te wachten met water geven.
Om de Aglaonema op zijn mooist te houden, moet de grond in de zomer licht vochtig zijn. In de winter kan de grond tussen de gietbeurten opdrogen, omdat de plant in die periode langer zonder water kan. De hoeveelheid water hangt af van verschillende factoren, dus begin met kleine hoeveelheden water per keer. Als de grond binnen vier dagen droog is, geef dan iets meer water. Als de grond na tien dagen nog steeds erg nat is, geef dan minder water.
Controleer regelmatig of de potgrond vochtig aanvoelt door een vinger in de grond van de kamerplant te steken. Vooral bij een nieuwe plant is het verstandig om dit vaak te doen. Na een paar keer water geven zul je leren hoeveel en hoe vaak jouw Aglaonema water nodig heeft.
Licht en warmte
De Aglaonema gedijt van nature onder grotere beplanting in het tropisch regenwoud. Daarom is een donker hoekje in de kamer helemaal geschikt voor deze plant. Hoewel meer licht de groei van de plant bevordert, kan te veel direct zonlicht het blad verbranden. De Aglaonema heeft ramen nodig om voldoende licht te krijgen; alleen kunstlicht is niet genoeg.
Geef deze plant maximaal drie uur direct zonlicht per dag. Dit betekent dat de Aglaonema direct voor een raam op het noorden mag staan, twee tot vier meter van een raam op het westen of oosten, of drie tot zes meter van een raam op het zuiden.
Aglaonema-varianten met rode tinten in het blad geven de voorkeur aan iets meer licht dan groene varianten.
Verpotten
Omdat de Aglaonema langzaam groeit, is verpotten niet vaak nodig. Echter, het verpotten in een mooie sierpot of plantenbak is wel aan te raden. Ten eerste ziet dit er mooier uit, en ten tweede biedt het de plant meer ruimte voor wortelgroei. Verpot de plant direct na aanschaf of bij voorkeur in het voorjaar, wanneer het groeiseizoen begint en eventuele beschadigingen aan de wortels sneller kunnen herstellen. Kies een sierpot met een diameter die minimaal twintig procent breder is dan de vorige pot. Gebruik gewone universele potgrond en probeer daarbij de wortels zo min mogelijk te beschadigen. Bij hoge vazen is het verstandig om een inzethoes te gebruiken om te voorkomen dat er water onderin de pot blijft staan, buiten het bereik van de wortels, wat kan leiden tot rotten.
Voeding
De Aglaonema heeft weinig voeding nodig. Overvoeding moet worden vermeden, omdat dit kan leiden tot verzuring van de grond en schade aan de plant kan veroorzaken.
Extra info
Aglaonema-kamerplanten kunnen het gemakkelijkst worden vermeerderd door te scheuren. De plant produceert natuurlijk stekjes rondom de moederplant, die kunnen worden losgetrokken en in aparte potten kunnen worden geplaatst. Het is belangrijk om hierbij de wortels zo min mogelijk te beschadigen.
Daarnaast kunnen stekjes van de plant worden genomen door de stam in secties te knippen, waarbij elk deel een blad behoudt. Plaats deze secties ongeveer twee centimeter onder de grond. Omdat deze stukjes nog geen wortels hebben, is de kans op succes het grootst in het voorjaar, wanneer de wortels sneller groeien. Het gebruik van een klein kweekkasje kan de luchtvochtigheid verhogen en het succes van de vermeerdering bevorderen.