.png)
Terwijl wij genieten van de warmte binnen als het buiten vriest, hebben bepaalde planten en dieren ook bescherming nodig tegen de kou.
Hier zijn vijf handige tips om je tuin te helpen tijdens de vorstperiode.
1. Bied bescherming:
Zuiderse planten zoals laurier en olijfbomen zijn erg gevoelig voor vorst. Daarom is het raadzaam om ze in te pakken met bijvoorbeeld vliesdoek of noppenfolie, vooral wanneer de temperatuur onder -5°C daalt. Ook jongere planten zijn kwetsbaarder. Voor planten in potten is het verstandig om ze bij elkaar te zetten, bij voorkeur op een plek beschermd tegen de noordoostenwind. Op die manier hebben ze het warmer dan wanneer ze alleen en onbeschermd staan.
Manieren om je planten te beschermen:
Verhuizen: Niet winterharde planten in potten kun je beter verplaatsen. Verwijder eind oktober dode takken en bladeren en zet ze op een vorstvrije, niet te donkere overwinteringsplaats. Mediterrane en subtropische planten geven de voorkeur aan een wintertemperatuur tussen de 5 en 10°C. Bij koudere temperaturen kun je ze omwikkelen met vliesdoek. Je kunt ook potten bij elkaar zetten in een kistje en de tussenruimte opvullen met droog blad of stro. Andere kwetsbare planten kun je ook beter op een beschutte plek zetten, uit de wind. Bedenk dat vorstgevoelige planten vaak eerder sterven door natte voeten dan door de kou. Dus als je ze toch buiten laat staan, kies dan voor een goed doorlatende plek.
Isoleren & Inpakken: Gebruik materialen als jute, oude dekens, varens, stro, vliesdoek, rieten matten, kokosmatten, lagen krantenpapier, enz. om bovengrondse delen van planten te beschermen. Pak nooit natte planten in, want dan kan er broei ontstaan. Als het enkele dagen boven nul graden is, haal ze dan tijdelijk uit hun bescherming zodat ze kunnen ademen en overtollig vocht kan verdampen. Vermijd noppenfolie of plastic dekzeilen, omdat deze niet ademend zijn. Voor planten in potten is noppenfolie juist een goede optie om een isolerende laag te creëren, zowel aan de binnen- als buitenkant van de pot. Zorg wel voor gaten in de folie op de bodem, zodat regenwater gemakkelijk weg kan lopen.
Afdekken: Leg een isolerende laag van organisch materiaal, zoals bladeren, stro, hooi, boomschors, dennentakken, gehakseld materiaal, rond vaste planten en bolgewassen. Hierdoor dringt de vorst niet door tot de wortels. In een natte winter met "warme" dagen, kun je de mulchlaag af en toe openen zodat je planten niet gaan rotten. Bij extreme kou kun je kleinere planten tijdelijk bedekken met een grote bloempot, oude emmer of stevige kartonnen doos. Doe dit echter niet bij groenblijvende planten, die hebben ook in de winter licht nodig. Planten zoals lelies kun je beschermen door bodembedekkers tussenin te planten.
Wees voorzichtig en vermijd het vertrappen van planten in de tuin. Vooral spelende kinderen kunnen de delicate groeipunten van overwinterende vaste planten gemakkelijk beschadigen. Zelfs als je gazon bevroren is, is het beter om er niet op te lopen. Deze schade zal pas in het volgende groeiseizoen merkbaar worden. Houd er tevens rekening mee dat jonge planten minder winterhard zijn en daardoor kwetsbaarder.
2. Behoud de bladeren:
Bladeren die op de grond liggen, kunnen bescherming bieden aan zowel planten als egels in de tuin. Laat ze nog even liggen, zodat egels zich kunnen verschuilen wanneer het buiten koud is. Planten waarderen deze natuurlijke deken eveneens als bescherming tegen de vrieskou. Bovendien dragen afgebroken bladeren bij aan een mulchlaag in de tuin. Zo'n mulchlaag bevat veel voedingsstoffen die ten goede komen aan de planten. Verwijder dus niet alle bladeren, maar laat altijd een deel liggen.
3. Geduldig zijn...
Wacht met snoeien tot de vorst voorbij is! Bij vriesweer sluit de snoeiwond moeizaam af, waardoor takken kunnen barsten bij uitzetting. Dit creëert in het voorjaar een kwetsbare plek voor bacteriën en schimmels.
Plant geen bloembollen als de vorst al in de grond zit of als de aarde erg nat is. De voorjaarsbloeiers hadden in de herfst geplant moeten worden. Wat betreft de voorjaarsbloeiers, wacht tot na de laatste nachtvorst.
4. Draai de buitenkraan dicht
Laat de leidingen die je zelden gebruikt in de winter leeglopen en sluit de kranen af. Als je toch nog water nodig hebt, bedenk dan dat water bevriest bij 0°C. Gewone isolatie kan bevriezing enkele dagen uitstellen als het net aan de grens is. Echter, als de temperaturen langdurig en aanzienlijk onder het vriespunt liggen, neem dan de juiste voorzorgsmaatregelen. Vergeet hierbij niet de tuinkraan, vooral als het geen vorstbestendige kraan betreft.
5. Vogels voeren
Bij vorst hebben vogels (en ook egels en eekhoorns, als ze niet in winterrust zijn) moeite om voedsel te vinden. Je kunt ze een handje helpen door een voederbakje te plaatsen. Vergeet niet om er ook een schaaltje water bij te zetten en dit regelmatig te verversen. Met name producten met een hoog vetgehalte zijn aan te bevelen, omdat deze extra energie leveren. Zo kunnen de vogels zichzelf warm houden.Denk ook aan andere dieren.