Water
Voor een Kentiapalm is het belangrijk dat de grond lichtvochtig blijft en niet volledig opdroogt. Let er echter op dat de wortels niet in te natte grond staan. Het is daarom aan te raden om regelmatig kleine hoeveelheden water te geven. Bijvoorbeeld eens per 5 dagen in de zomer en eens per 10 dagen in de winter.
De exacte hoeveelheid water die de Kentiapalm nodig heeft, hangt af van factoren zoals de grootte van de palm en de hoeveelheid licht die de plant ontvangt. Begin daarom met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. Als de grond na 4 dagen nog steeds nat aanvoelt, verminder dan de watergift. Je kunt dit controleren door je vinger, tot twee knokkels diep, in de aarde te steken. Vooral bij een nieuwe kamerplant is het verstandig om dit regelmatig te doen, zodat je een goed gevoel krijgt voor de waterbehoefte van de Kentiapalm. Na verloop van tijd zul je beter kunnen inschatten hoeveel en hoe vaak de plant water nodig heeft.
Licht en warmte
De Kentiapalm is een palm die niet veel eisen stelt aan de lichtintensiteit. In vergelijking met andere palmen kan de Kentia zelfs in relatief donkere omstandigheden staan. Als de groei van de plant stagneert of er weinig nieuw blad wordt gevormd, is het raadzaam om de palm ongeveer een meter dichter bij het raam te plaatsen. Als de bladeren geel worden of de plant een lichtere kleur krijgt, kan je de Kentia ongeveer een meter verder van het raam plaatsen. Voor behoud van de diep donkergroene kleur van de palm, is het aan te raden om maximaal 3 uur direct zonlicht te geven.
De Kentiapalm kan zonder problemen voor een raam op het westen, oosten of noorden worden geplaatst. Echter, direct voor een raam op het zuiden plaatsen wordt afgeraden. Als je de plant toch voor een raam op het zuiden wilt plaatsen, zorg dan dat de plant minimaal 3 meter van het raam verwijderd is. Op deze manier kan de Kentiapalm het beste gedijen.
Minimale temperatuur = Overdag: 13°C - 'S nachts: 8°C
Verpotten
Het wordt afgeraden om de Kentia Palm te verpotten, omdat deze palmen weinig wortels hebben en langzaam groeien. Verpotten kan meer schade aanrichten aan de wortels, wat een lang herstelproces vereist. In plaats daarvan kan je de Kentia in een sierpot plaatsen om de kweekpot te verbergen. Kies een sierpot die enkele centimeters groter is dan de kweekpot van de Kentia en plaats de plant erin. De kweekpot heeft een verhoging aan de onderkant om de wortels niet direct tegen de bodem van de sierpot te laten zitten. Er mag een laagje water van 1 à 2 cm aan de onderkant van de sierpot blijven staan om uitdroging te voorkomen.
Een alternatief is om de Howea Fosteriana (Kentia) in vulcastrat te plaatsen, samen met de kweekpot. Plaats de kweekpot op de gewenste hoogte in de sierpot en vul deze aan met vulcastrat. Zorg ervoor dat er op de bovenlaag van de potgrond van de Kentia maximaal drie centimeter vulcastrat wordt geplaatst om rot bij de stengelaanzet te voorkomen.
Als de Kentia scheef gaat hangen na het verpotten, kan je wat grote keien tegen de stam plaatsen om de palm te stabiliseren. Het opnieuw verpotten kan enkele wortels beschadigen, waardoor de palm zichzelf minder goed rechtop kan houden. Een stok ter ondersteuning is ook mogelijk, maar let op dat deze geen wortels beschadigt als deze in de pot wordt gestoken.
Voeding
De Kentia heeft niet vaak voeding nodig om te overleven, maar het geven van voeding zal de groei en gezondheid van de plant wel bevorderen. Voeding zorgt ervoor dat de plant er mooier en gezonder uitziet. Echter, het is belangrijk om niet te veel voeding te geven, omdat dit de grond te zuur kan maken. Hierdoor kunnen de wortels verbranden of dichtslaan, waardoor ze geen water meer kunnen opnemen.
Het wordt aanbevolen om de Kentia van april tot september voeding te geven. Gebruik hiervoor vloeibare palmenvoeding, die je bij elke watergift kunt toevoegen. Lees altijd de verpakking voor de juiste dosering. Omdat de Kentiapalm langzaam groeit, is het vaak voldoende om de helft van de aanbevolen dosering te gebruiken. Buiten de periode van april tot september wordt het afgeraden om de plant voeding te geven.
Extra info
Als je Kentia bruine randen rondom het blad krijgt, hoef je je geen zorgen te maken, want dit is een natuurlijk verschijnsel en niet te voorkomen. Deze bruine randen ontstaan vooral bij de onderste en oudste bladeren, en na verloop van tijd zullen deze bladeren afsterven. Je kunt deze bladeren gerust wegknippen.
Geel blad bij de Kentia wordt meestal veroorzaakt door een te lichte standplaats. In dat geval is het aan te raden om de Kentia simpelweg een meter verder van het raam te verplaatsen om de juiste lichtomstandigheden te creëren.
Als de Kentia bruin blad krijgt in plaats van bruine randen, is dit vaak te wijten aan problemen met watergeven. Zowel te weinig als te veel water kan hiervoor zorgen. De wortels kunnen namelijk reageren op overmatig water door dicht te slaan, waardoor bruin blad kan ontstaan. Het is belangrijk om de grond regelmatig te controleren door je vinger tot twee knokkels diep in de grond te steken. Op die manier kun je een beter inzicht krijgen in de waterbehoefte van de plant en het waterverbruik ervan.