.png)
De Epipremnum pinnatum, ook bekend als Scindapsus Epipremnum, is een geliefde hang- en klimplant. Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig is, maar vermijd dat er water onder in de pot blijft staan. Plaats de plant op een locatie zonder direct zonlicht.
De Epipremnum komt van nature voor in de bosgebieden van Zuidoost-Azië, waar de bladeren wel tot 90 cm groot kunnen worden. In deze bosgebieden gedijt de Epipremnum als een klimplant, groeiend in de schaduw langs de bomen omhoog. De bladeren van de Scindapsus kunnen variëren in kleur, van groen en geel tot wit.
De Scindapsus staat bekend als een van de top-10 meest luchtzuiverende planten. Dit komt doordat de bladeren huidmondjes bevatten die schadelijke gassen opnemen en via de stengels naar de wortels transporteren. Daar worden de schadelijke gassen afgebroken door miljarden micro-organismen, waarna de plant ze gebruikt als voeding. Tijdens dit proces komen geen afvalstoffen of schadelijke gassen vrij.
Voor meer informatie over de verzorging van de Epipremnum, kun je terecht op deze pagina.
Water
De grond van een Epipremnum moet altijd licht vochtig zijn en mag niet uitdrogen. Het is echter belangrijk om te voorkomen dat er zich een laagje water onderaan de pot verzamelt. Om de vochtigheid te controleren, steek je regelmatig je vinger tot ongeveer twee knokkels diep in de grond. Dit is vooral aan te raden wanneer je een nieuwe kamerplant ontvangt. Na enkele keren zul je vanzelf leren hoe vaak en hoeveel water jouw Scindapsus nodig heeft.
De hoeveelheid water die de Scindapsus nodig heeft, hangt af van verschillende factoren, zoals de grootte van de pot, de verhouding tussen plant- en potmaat, de lichtintensiteit, de temperatuur, het seizoen en de grootte van de plant zelf. Als de grond vier dagen na het water geven nog steeds erg nat is, geef dan minder water bij de volgende gietbeurt. Als de grond na twee dagen al helemaal droog is, geef dan meer water.
Geef de Epipremnum in de winter minder water dan in de zomer, omdat de plant bij lagere temperaturen en minder zonlicht minder water verbruikt.
Licht en warmte
De Epipremnum is een kamerplant die het liefst op een plek staat met veel licht of in halfschaduw. Echter, de plant verdraagt geen overmatig direct zonlicht, dus vermijd het plaatsen voor een raam op het zuiden. Deze plant kan ook gedijen op een wat donkerdere locatie, maar in dat geval zullen de bladeren groener en donkerder worden. Hoe meer licht de plant ontvangt, hoe meer bonte kleuren het blad zal vertonen. Als het blad van je Epipremnum echter egaal groen wordt, is dit een teken dat de plant meer licht nodig heeft.
Net als mensen houdt de Epipremnum niet van tocht, dus probeer dit te vermijden. De plant zal altijd naar het licht groeien, waardoor de ene kant mogelijk voller wordt dan de andere als er ongelijkmatige lichtinval is. Om dit te voorkomen, is het aan te raden om de plant af en toe een kwartslag te draaien. Dit zorgt voor een gelijkmatige groei en ontwikkeling van de plant.
Verpotten
Het wordt aangeraden om de Epipremnum eens in de 2 tot 3 jaar te verpotten. Dit kun je het beste doen in het voorjaar, zodat eventuele beschadigde wortels zich beter kunnen herstellen. Probeer bij het verpotten de wortels zo min mogelijk te beschadigen. Gebruik telkens een plantenbak die ongeveer 20% groter is dan de vorige, en bij voorkeur Kokos potgrond.
Voeding
Ja, de Scindapsus kan extra voeding nodig hebben om gezond te groeien. Het wordt aanbevolen om de plant eens in de 2 weken voeding te geven, maar alleen tijdens de lente en de zomer, omdat dit de groeiperiode van de plant is. In de herfst en winter wordt het afgeraden om de plant voeding te geven, omdat de plant in deze periode bijna geen voedingsstoffen nodig heeft. Het risico bestaat dat je in deze periode al snel te veel voeding geeft, wat schadelijk kan zijn voor de plant.
Extra info
Wanneer de bladeren van een Epipremnum egaal en donkergroen worden, is dit meestal een indicatie dat de plant te weinig licht ontvangt. Om dit probleem aan te pakken, is het raadzaam om de plant dichter bij het raam te plaatsen. Hoe meer licht de plant ontvangt, hoe meer bonte kleuren en lichter het blad zal worden.
Als daarentegen het blad geel wordt of bruine plekken vertoont, kan dit duiden op een teveel aan direct zonlicht. In dit geval is het verstandig om de plant iets verder van het raam te verplaatsen om de intensiteit van het zonlicht te verminderen en zo verdere schade aan de bladeren te voorkomen.